top of page
Zoeken
  • Hans van Zetten

EK Turnen is prelude op Olympisch kwalificatieproces


Twaalf landenteams mogen deelnemen aan het Olympische turntoernooi. Dat lukte ons land in RIO2016, zowel met een vrouwenteam als mannenteam. Dat succes vraagt om herhaling. Ook in TOKYO2020 willen onze turnsters en turners met een team deelnemen. Op de wereldkampioenschappen eind oktober start het Olympische kwalificatieproces voor de Zomerspelen van Tokyo in 2020. Er zijn in totaal 98 startbewijzen voor zowel turnsters als turners. De eerste 12 startbewijzen worden op dit WK in Doha al toegekend. De landen die het goud, zilver en brons pakken in de teamfinale krijgen elk vier startbewijzen voor Tokyo toegewezen. De teams 4 t/m 24 in Doha houden kans op een teamstart in Tokio. Want die mogen volgend jaar op het WK in Stuttgart turnen om de 36 Olympische startbewijzen voor nog eens negen landenteams. Dan moet Nederland als turnnatie toeslaan. De overige startbewijzen gaan naar individuele turnsters en turners. Doorgaans 1 per land.

Europese kampioenschappen vinden jaarlijks in april of mei plaats. Niet dit jaar. Dit jaar in augustus, in het Schotse Glasgow. Op dit EK zijn er titels voor landenteams en toestelspecialisten. De turnsters zijn het eerst aan zet. Zaterdag 4 augustus vindt hun EK teamfinale plaats, op zondag 5 augustus de individuele toestelfinales. De donderdag ervoor komen 140 turnsters uit 35 landen in actie voor een plek in een EK-finale. Bij de vrouwen zijn dat 27 complete landenteams. Alleen de beste 8 halen de teamfinale. Een week later dezelfde procedure bij de mannen. Dan komen 151 turners uit 37 landen in actie, waaronder 29 complete teams. Nederland wil bij de vrouwen en mannen in de teamfinale staan. Dan moet alles kloppen.

Een EK-team telt maximaal 5 gymnasten, waarvan er per toestel 3 in actie komen. Elke individuele toestelscore telt mee in de teamscore. In het verleden mochten er in de kwalificatiewedstrijd op de 1e dag van het EK 4 gymnasten in actie komen, waarvan de beste 3 scores telden. Dat is voltooid verleden tijd. Stabiliteit van het wedstrijdprogramma is in Glasgow nu meer dan ooit cruciaal. Resteert de vraag: kan de coach de beste 3 per toestel inzetten? Is iedereen 100% fit? Die vraag blijft doorgaans onbeantwoord tot en met de laatste podiumtraining. Een kleine blessure kan grote gevolgen hebben op de inzetbaarheid. Voor turnen heb je alle ledenmaten nodig. Een verstapping op de rand van een mat kan al funest zijn.

Op papier hebben de turnsters de potentie voor de EK teamfinale. Met Sanne Wevers, Eythora Thorsdottir, Vera van Pol, Celine van Gerner en Tisha Volleman heeft coach Gerben Wiersma voldoende turnkwaliteiten in huis. Sanne Wevers is toestelspecialist op brug en balk. Als de overige 4 meerkampers fit zijn, is het nog een opgave om te bepalen wie op welk toestel wordt ingezet. Dat geldt ook bij de turners, waar coach Bram van Bokhoven beslist over de teaminzet. Zijn vijftal bestaat uit Bart Deurloo, Frank Rijken, Casimir Schmidt, Bram Verhofstad en Epke Zonderland. De laatste 2 zijn toestelspecialisten. Epke op brug en rek, Bram op vloer en sprong. De anderen zijn breed inzetbaar.

Fitte teams kunnen optimaal presteren. En optimale prestaties tijdens de Europese kampioenschappen zijn goed voor teamspirit en zelfvertrouwen voor de wereldkampioenschappen in Doha. Individuele EK-medailles versterken dit. Olympisch kampioen Sanne Wevers voelt zich dit jaar weer volledig thuis op de evenwichtsbalk. En Epke Zonderland wil met de artsenbul op zak weer grote kampioenswedstrijden winnen. Het EK turnen in Glasgow is de prelude op het Olympisch kwalificatieproces voor TOKYO2020.


135 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page